2.15 Wie zijn de Apostelen? Wie zijn hun opvolgers?
Jezus, de apostelen en de paus
Jezus koos tijdens zijn aardse leven twaalf leerlingen of Apostelen uit, die Hij er op uit stuurde om mensen te helpen en hen de boodschap van Jezus, het Evangelie, te vertellen. Apostel betekent dan ook ‘hij die gezonden is’.
Na Jezus’ dood en verrijzenis gingen de Apostelen hiermee door. De Apostelen gaven het ambt dat Jezus aan hen had gegeven door aan hun opvolgers, die we bisschoppen noemen. De bisschoppen van vandaag zijn, langs een hele reeks voorgangers, opvolgers van de Apostelen.
Jezus koos 12 Apostelen om de Kerk te leiden, sacramenten te bedienen en het Evangelie te verkondigen; hun opvolgers zijn de bisschoppen.